zondag 18 september 2016

Na de hammam ben ik als een iPhone7

Een reisje naar een land als Marokko is niet compleet zonder een bezoek aan een hammam, een badhuis. Laat onze riad Pachavana nu een eigen hammam hebben! Klein weliswaar maar in een knusse kamer met waxinelichtjes. 

Ongegeneerd geef ik me over aan de Marokkaanse die me als een baby wast. Voor het verhaal zou het leuk zijn om te schrijven dat zij een mollige, oudere vrouw is met een snor en sterke handen die mij het komende uur onder handen neemt, maar het is een vrolijke, jonge vrouw en zachtjes begint ze me in te zepen met zwarte zeep.


In de souks zie je vaak tonnen staan met een soort zwarte gelachtige substantie. Die zeep gebruiken ze in de hammam. "Het moet vijf minuten intrekken, ga maar even liggen", zegt de vrouw. Toen ik me meldde heb ik me overigens voorgesteld maar ik denk dat zij zo vaak toeristen wast dat ze niet de moeite neemt tot 'social talks'. Ze noemt in ieder geval niet haar naam. Ik lig op de verwarmde stenen bank en geniet van de rust om me heen. Voor mij is een hammam een luxe; voor mensen hier is het pure noodzaak. Veel huizen in de medina in Marrakech hebben geen aansluiting op een waterleiding. Overal zie je ook openbare toiletten en badhuizen, voor mannen en voor vrouwen natuurlijk apart. 

De vrouw is echter niet scheutig met water. Ik voel me schuldig dat ze voor één persoon zoveel water verbruikt. Met een klein pannetje giet ze water over mee heen. Het is heerlijk om zo te worden gewassen. Nadat de zwarte zeep is afgespoeld, scrubt ze me met een harde washand. Oei, dat moet ik thuis maar vaker doen want mijn huid vliegt er vanaf. Vervolgens wrijft ze olie op mijn huid. Zou dit die argan-olie zijn, die ze hier verkopen op elke hoek? Wederom krijg ik na een paar minuten veel water over me heen. Uiteindelijk pakt ze een bak met witte grove korrels en hier en daar wat flinters van een donker kruid. Het lijkt op zout. Terwijl ik heel stil zit op de bank voor haar, smeert ze me helemaal in met het goedje. Ik proef even als ik alleen ben en het is suiker met honing! Ook dit mengsel wordt met veel lauw water weggespoeld. Ondertussen wast ze mijn haar en ik voel opeens de tranen prikken in mijn ogen. Als mijn moeder vroeger mijn haren waste, stond ze ook zo voor me. Alleen drukte mijn moeder mijn hoofd tegen haar borst om mijn haren te drogen. Zij kon trouwens ook zo genieten van sauna of massage als we weer eens ergens op vakantie waren. Op wintersportvakantie ging ze soms wel twee keer om lekker geknepen te worden, zoals ze dat noemde. Ik mis haar.

Als ik helemaal schoon ben, dient de masseuse zich aan. Toen ik de tijd voor de hammam die ochtend afsprak, had ik om een half uur massage gevraagd. 'Wil je ook alweer een half of heel uur?' Tja, je weet het antwoord waarschijnlijk wel. Ik vind het een beetje eng omdat dit de eerste keer is dat ik word gemasseerd sinds de icd is geïmplanteerd onder mijn sleutelbeen maar hoe maak je dat duidelijk in het Marokkaans? Volgens mij heeft ze begrepen dat ik overal niet zo hard gemasseerd wilde worden want op een stevige, aangename manier word ik aangepakt. Het is heerlijk. 

Als ik aangekleed en weer opgemaakt naar de patio loop waar Marco zit te wachten, krijg ik een compliment van de Franse eigenares van de riad. 'Ik voel me een nieuwe vrouw', antwoord ik in onbeholpen Frans want bedoelde natuurlijk 'herboren'. De jongeman, die in de riad helpt, lacht vriendelijk. "Zo nieuw als een iPhone 7'! En volgens mij is dat het mooiste compliment dat ik kan krijgen!

zaterdag 17 september 2016

Iedereen is van de wereld......

Of ik wat gewend ben nu we zowat de halve wereld hebben afgereisd? Best wel, ik raak niet snel van m'n stuk in andere landen. Als je eenmaal indonesië verscheidene keren hebt bezocht en daar de heerlijke chaotische wereld hebt meegemaakt, zijn er nog maar weinig landen en steden die je snel van slag af kunnen maken. IK moet natuurlijk die andere helft van de wereld nog verkennen maar tot nu toe gaat het me prima af. Chaos en drukte... allemaal prima. 
Gelukkig maar want in Marrakech heb je die houding absoluut nodig. Wat een hectische stad is dit. Het is dat ik Jakarta een geweldige stad vind; Marrakech staat wat chaos betreft nu op nummer twee. 
Zodra de je stilte van de ryad met de deur achter je dicht trekt komt de stad vol op je terecht (right in your face). Overal mensen, fietsen, auto's, ezels, paarden en vooral brommers. Midden in de souk het ideale vervoermiddel om dwars door de menigte heen te gaan, tegenliggers te omzeilen en toeterend de hoek om te gaan de gok te wagen om maar niemand tegen te komen.

Ik geniet met volle teugen van de geur van benzine in de smalle straten, de rook die uit de uitlaten komt en de straten en steegjes in een blauwe wolk zetten. Tesamen met de kruiden, het brood, de diverse zeepjes die je hier kunt kopen een wonderlijke combinatie. 
De mensen zijn aardig, net zoals in indonesie zien ze jou als een grote zak met geld waar ze aan kunnen verdienen en vanuit hun oogpunt terrecht: Het gemiddelde maandinkomen in Marroko van de middenklasse ligt gemiddeld  tussen 300 en 600 euro. Die zie je echt niet in de souk. 

Net als in indonesië zie je overal kinderen, in een groepje, alleen scharrelend of nog onder moeders rok, snel gewend aan de hectiek en het gevaar van alledag. Ook zij proberen een paar dirhams van je te af te troggellen door je de weg te wijzen, ook zij kopen in de vele kleine winkeltjes snoepgoed in een plastic zakje. Het is eigenlijk overal hetzelfde. 

Dat maakt dat je al snel vertrouwd raakt met een vreemde omgeving, het is zaak van je eigen kracht en ervaring uit te gaan, je gezonde verstand te gebruiken maar vooral om je open te blijven stellen voor nieuwe culturen. Het maakt je, wat mij betreft, zoveel rijker en 'van de wereld'. En uiteindelijk is iedereen van de wereld en de wereld is van iedereen!




vrijdag 16 september 2016

Logeren in duizend-en-een-nachtsprookje

Overnachten in een riad of ryad in Marokko is een ervaring. Een riad is eigenlijk een woonhuis van een rijke familie. Ruime kamers rondom een patio met veel planten en als het even kan een waterpartij of fontein in het midden. In de medina - de ommuurde binnenstad - van Marrakech bevinden zich veel riads die de eigenaren hebben verbouwd tot een soort bed and breakfasts. Riad Pachavana aan de Dar lambsouber is er zo een. De taxichauffeur bij het vliegveld moest aan een aantal collega's de weg vragen en hij zette ons op vijf minuten loopafstand af, met excuses omdat de auto niet verder kon rijden in deze smalle straten.





Via een zijstraatje waarvan je je afvraagt of je wel goed loopt, vind je een poort naar de riad Pachavana. Aan de buitenkant is niet te zien welke oase er schuilgaat. Prachtig! Een duizend-en-een-nacht sprookje. Er zijn twaalf verschillende kamers, waarvan wij 'Perle' hebben. De kamer is met zorg ingericht en de badkamer oogt oriëntaals. Beneden zijn er verschillende plekken waar je kunt zitten of relaxen. Op de bovenste etage is een zonnig terras.

 Het bijzondere van deze riad is de persoonlijke sfeer. Khamissa is de charmante manager, die ons ontvangt met munt thee en Marokkaanse koekjes. Zij wijst op de plattegrond de bezienswaardigheden aan en adviseert ons de weg te vragen aan vrouwen of aan winkeliers (!). Op ons verzoek regelt ze voor de volgende avond een diner bij Chez Ali, een show met Berbers, paarden en buikdanseressen. 


In het vliegtuig zat ik namelijk naast een ravissante Marokkaanse. Heur haar prachtig in lange krullen langs haar fraaie gezichtje. Ik liet Marco maar eens bij het raam zitten. Zelf ging ik in het midden haha. Ze had ook een imposant decolleté. Haar sexy verschijning deed me aan mijn ex-schoondochter Tea denken. Ik had gelijk een leuk gesprek met haar. Zevenentwintig was ze en geboren in Tiel. Ze ging voor een weekje naar Marrakech. Ze zei dat ze tussen twee werelden leefde: haar roots lagen in Marokko maar ze was op en top een Nederlandse. Ik vroeg me af hoe haar Marokkaanse familie haar strakke jurk zou beoordelen en of zij dan ook een djellaba aan moest. Ze vertelde dat haar bij een bezoek altijd opvalt dat in Marokko iedereen tijd heeft. Er wordt niet zo op de klok gekeken. In Holland heeft men weinig tijd voor elkaar en iedereen werkt veel en hard. 

Ik leerde nog enkele Marokkaanse woorden van haar en vroeg om tips in Marrakech. Het restaurant La Creme is 'hot' nu en ze toonde foto's op haar iPhone van een modern restaurant met lounge banken. Ook had ze de gerechten gefotografeerd: op grote witte borden lag een stukje vlees met daar omheen wat spikkels groenten en een toefje couscous. Ik hoop juist te eten in een restaurant waar je wegzakt in zachte, diepe kussens, rode en okergele. Op tafel staan dampende tajines vol met groenten en couscous, waaruit je naar hartelust kunt opscheppen op een gekleurd bord. Een andere tip van mijn Marokkaanse buurvrouw was een bezoek 's avonds aan de show Chez Ali. Als een wereldse vrouw zoals zij een dergelijke show kon waarderen zou dat ook wel wat zijn voor ons. 

De volgende dag regelde Khamissa vanuit de riad twee plekken voor de show voor ons. We zouden om 20 uur worden opgehaald en om ongeveer 0.30 uur worden thuisgebracht. Na een dag slenteren door de stad, een bezoek aan la maison de photografie, met een collectie van 5000 oude foto's, lagen we afgepeigerd op bed. Een show met diner voor 250 man/vrouw waar je verplicht vier uur moest blijven, leek ons opeens een gruwel. Zonder enig probleem annuleerde Khamissa de reservering. We lieten ons in de pluchen banken vallen in onze eigen riad. Een fris flesje rosé, wijn uit het Atlas gebergte hier, erbij. Lang leve de riad!


De medina van Marrakech

Jongetjes zitten samen op de fiets, de een wijdbeens trappend, de ander op de stang, zoeken kris kras hun weg in het verkeer. Mannen in djellaba op brommers, opgewonden chauffeurs die met hun gele taxi's overal tussendoor laveren en voetgangers die proberen een gaatje in de chaos te benutten. We zijn in de medina van Marrakech.

Het is een heksenketel. Maar niemand die zich eraan stoort. We proberen de weg te vinden naar het centrale plein Jemaa-el-Fna maar dat is niet makkelijk in die wirwar van straatjes. 

Gelukkig is er een behulpzame jongeman. In ons hotel had de manager nog geadviseerd alleen de weg te vragen aan vrouwen of aan winkeliers. We weten nu waarom. De hele dag door dienen zich jonge mannen aan die quasi nonchalant een stukje meelopen met je - 'ik moet ook die kant op naar mijn huis' - en met wie je plotseling in een winkel staat. Zo hebben we een demonstratie gekregen van de wonderlijke voordelen van argan-olie, een rondleiding door een zaak met lederwaren en geroken aan tientallen kruiden.

De beste verkooptechnieken hebben we meegemaakt in een tapijtenzaak waar we bijna met een tapijt van zeshonderd euro naar huis gingen. Vooraf zeiden we dat we alleen maar wilden kijken en eigenlijk zouden we die zaak niet eens zijn binnen gegaan als onze gids niet heel charmant had gezegd dat we hier iets bijzonders zouden zien. Tuurlijk, u komt alleen kijken, ga zitten, wilt u een kopje thee? Vervolgens krijg je uitleg over de diverse technieken van het tapijtknopen, de verschillen tussen Marokkaanse tapijten en die van de Berbers. Ook weten nu we alles over het aantal knopen dat een tapijt van de beste kwaliteit moet hebben. Na afloop bedanken we de verkoper. Maar die leert me nu wat Marokkaanse woorden, zegt hij. 'Weg doen' en ' houden'. Ik mag elke keer een keus maken als hij de tapijten opruimt die de afgelopen tien minuten voor ons zijn neergelegd. Op een speelse wijze word je toch gedwongen om een tapijt te kiezen. Uiteindelijk blijft er een liggen die jij hebt gekozen en waarvan je dan niet meer met goed fatsoen kan zeggen dat je die niet wilt. Gelukkig weet Marco hoe plat onze portemonnee is en loodst hij me met een glimlach mee naar de uitgang. Buiten staat de jongeman alweer op ons te wachten. Niets gekocht, geen enkel probleem hoor, we gaan nu kijken hoe het leerlooien gaat.

Vreselijk. In een apart deel van de medina bevinden zich tientallen leerlooierijen. In de stenen bakken met 'poop en pis' -  volgens mij met pure ammoniak - worden de huiden behandeld. Ik krijg tranen in mijn ogen, niet van de lucht maar van de onmenselijke omstandigheden waarin deze mensen werken. Een ezel balkt als we voorbij lopen en we zien open wonden rond zijn neus waar vliegen vrij spel hebben. Van de gids krijgen we een bosje munt om onder onze neus te houden. Ik schaam me om het te gebruiken. 
Buiten nemen we afscheid van de jongeman. Of we niet een paar dirham hebben voor de werkers die we hebben gefotografeerd? En wat geld voor hem? Marco wordt boos op me als ik niet weg kan lopen zonder te betalen. De afgelopen uren hebben we inderdaad alle nijverheidstakken van Marrakech kunnen bewonderen en er dankzij telkens een andere 'behulpzame jongeman' er rechtstreeks naar toe kunnen lopen maar nu is het genoeg. Ik besef ook dat de man mijn en Marco's naam vroeg en daarop zei dat we in Marokko Fatima en Mustafa zouden heten en ons voortdurend zo aansprak. Het kwam heel grappig over maar nu snap ik dat hij alle toeristen zo noemt natuurlijk. In de straten zien we nu ook  andere toeristen lopen met een jongeman in hun kielzog. We hadden een plaatselijke krant moeten kopen en ermee onder onze arm moeten lopen, zoals Han van der Horst eens verklapte hoe hij in het buitenland dat soort gelukzoekers probeert te misleiden. 

We vragen aan een mevrouw de weg naar het plein en zonder poespas wijst ze de juiste route aan. Op het grote plein Jemaa-el-Fna wachten ons nieuwe uitdagingen. De aardige jongemannen schudden we nu zo af met een glimlach. Een oudere dame pakt mijn hand en wijst op foto's met beschilderde lichaamsdelen. Nee, nee, dank u wel. Ze blijft mijn hand vasthouden. ' Is dat je man, lieve kind? Is het een goede man? Hier, ik zet heel even wat op je handpalm voor de liefde.' Voor ik het weet heeft zij een fantasierijke tekening van henna op mijn hand geschilderd. Dat is dan 200 dirham.


De slangenbezweerders, tandartsen en fruitverkopers laten we over aan andere toeristen; wij besluiten terug te gaan naar onze idyllische Ryad, een oase van rust in deze hectische medina van Marrakech. Morgen is er immers weer een dag!